De lijst met to-do’s, to-build’s to-think-of’s en andere dingen die met ‘to’ beginnen wordt langer en de tijd die we hebben om er een vinkje achter te zetten gestaag korter. Bij ons op de werkvloer wordt er wel eens gesproken over drie zogenaamde stadia waarin je kunt verkeren als je ergens naartoe werkt:
– Onbewust onbekwaam: Je weet niet eens dat je iets niet weet.
– Bewust onbekwaam: Je hebt door dat er iets aan de hand is, maar je hebt geen idee hoe je dat moet benaderen
– Bewust bekwaam: Je weet wat er mis is en je weet hoe je daarnaar moet handelen.
Wij zitten nu eigenlijk typisch in het tweede schuitje, maar willen naar het derde. Het is ons duidelijk wat er allemaal nog moet gebeuren, maar sommige van die keuzes lijken zo groot, zo ver weg of zo ingewikkeld, dat je er door kan worden lamgeslagen.
Het zit niet echt in mijn aard om me daardoor ontmoedigd te voelen, maar ik merk wel dat ik er veel mee bezig ben in mijn hoofd. Kleine stapjes maken is het enige wat je kunt doen om uiteindelijk een grote verandering te zien. Ofzoiets.
In die tijden is het fijn om wat support te voelen. Nou zijn de mensen om ons heen eigenlijk unaniem supporter van onze plannen, maar wijzelf zien nog wel wat beren op de weg. Gelukkig zijn we niet de enige dolende zielen in de bossen van bureaucratie, verzekeringen, motoronderhoud, proviandering en elektra. Samen met ons zijn er ook dit jaar weer enkele tientallen dromers en avonturiers met vergelijkbare plannen. Een tipje van de sluier kan dan worden gevonden tijdens de ‘vertrekkersdag’.
Naast de talloze zeilverenigingen, havens en ontelbare bootjes die in Nederland varen, bestaat er ook de Toerzeilersvereniging. Zij organiseren evenementen en reizen voor alle zeilers in Nederland. Er zijn elk jaar twee bekende dagen waarop stellen, gezinnen en solozeilers met de ambitie om de horizon tegemoet te zeilen bij elkaar komen. De eerste vindt plaats in november en wordt georganiseerd door de Toerzeilers. Deze dag staat in het teken van workshops en inzichten om je reis voor te bereiden en ervaringen op te doen van zeilers die eerder een dergelijke reis hebben gemaakt. De tweede wordt georganiseerd door de Zeilen – een wereldberoemd tijdschrift onder zeilers in Nederland – en is meer toegespitst op het sociale karakter van vertrekken. Het event van de Zeilen vindt meestal plaats in maart en is gericht op de zeilers die dat specifieke jaar van plan zijn om te vertrekken. Op die dag draait het om elkaar leren kennen, want uiteindelijk varen de meesten zuidwaarts in om en nabij hetzelfde tempo, dat wordt gedicteerd door de seizoenen en wind.
Hoewel we ook uitkijken naar die dag, ben ik zelf van mening dat de dag van de Toerzeilers inhoudelijker bijdraagt met het ontdekken en uitbreiden van to-do’s die nog niet op ons lijstje stonden. Van tevoren kregen we een lijstje met de mogelijke workshops waarvoor we ons konden inschrijven en wij besloten dus geheel volgens ons zeer traditionele huwelijk de volgende verdeling te maken: Rorik gaat naar ‘Motorreparaties op zee’ en ‘communicatiemiddelen op zee’ terwijl Jen zich zou buigen over ‘medische zaken op zee’ en ‘proviandering’.
We werden welkom geheten in de bibliotheek van Eemnes waar alles zou plaatsvinden. Een dagvullend programma van 09.00 tot 21.00, inclusief borrel en diner.
Tijdens de plenaire aftrap kreeg elk vertrekkend schip de kans zich even voor te stellen, uiteraard aan de hand van een foto van het schip. Dit was voor ons, en ik denk iedereen een verfrissend en ook wel opzienbarend rondje. De redenen, momenten en duidelijk naar voren komende budgetten lopen enorm uiteen. Het overgrote deel van de aanwezigen waren mensen aan het einde van succesvolle loopbanen die ze konden afsluiten met een gouden handdruk, ofwel de verkoop van hun eigen bedrijf. Deze groep voer op moderne schepen van tussen de 13 en 20 meter, waarvan een groot aantal nog in aanbouw was of net was opgeleverd. De plannen variëren in deze groep sterk, maar de meesten gingen toch wel zeker 2 jaar weg met de optie op onbepaalde tijd.
De groepen daaromheen waren wat minder goed af te kaderen. Je hebt de dromers, vaak solo, die een scheepje hebben en die zich hebben laten inspireren door avontuurlijke boeken of YouTube series over reizen over de grote zeeën, je hebt een aantal jongere stellen met een grote spreiding aan ervaring (we spraken er een paar die nog geen boot hadden en ook geen zeilervaring, maar die wel in mei wilden vertrekken) en je hebt ten slotte nog een handvol gezinnen met jonge kinderen die er een jaar of twee tussenuit gaan.
Zelf ben ik als kind in die laatste categorie ooit met mijn ouders twee jaar weg geweest en ik koester daar heel warme herinneringen aan. Ik vind het nog altijd ontzettend leuk en bijzonder om de onwetende blikken van die jonge kinderen te zien en te merken dat er ondanks de grote verschillen ook veel overeenkomsten met ons gezin te ontdekken zijn. Zo blijkt dat het bij de meeste vertrekkende gezinnen, en zo heb ik dat destijds ook ervaren (of het nou zo was of niet) dat dit echt een gezinsaangelegenheid is. Wellicht komen de ouders met het idee, maar de autoriteit van de kinderen wordt erg serieus genomen. Wij hadden daar zelf de befaamde ‘familieberaden’ voor waarin we als familieleden een gelijke stem en inbreng hadden over de keuzes waar we voor stonden. Blijven we langer? Willen we nieuwe plekken ontdekken? Gaan we één jaar of twee jaar? Het waren zwaarwegende besluiten die niet door alleen de ouders genomen worden.
Toen het onze beurt was om onszelf aan de zaal voor te stellen had ik zoveel mogelijke intro’s om uit te kiezen, dat ik er bijna zenuwachtig voor was. Daarbij kwam ook nog eens dat wij met verhaal, motivatie en schip een beetje in de buitencategorie vielen. Het geel van de Luwte spatte van de beamer af na al het witte plastic dat de revue al had gepasseerd. Van de schepen die voorbij kwamen waren er in totaal 5 niet van plastic, waarvan er 2 nieuwgebouwd in aluminium waren. De drie stalen schepen vallen daarmee een beetje uit de toon en vallen dus ook direct op om hun unieke uiterlijk. Rechttoe, knokig en niet echt gelikt.
Toen ik vervolgens begon te vertellen over hoe ik de Luwte als roestbak uit de sloot heb gered, er vier jaar als student op heb gewoond en er vervolgens een zeewaardig schip van heb weten te maken, gingen er wel wat wenkbrauwen de lucht in. Het verhaal werd aangescherpt door het feit dat de Luwte een hefkiel heeft, wat betekent dat wij onze kiel (het diepstekende gewicht onder de boot) kunnen inhalen en zo op unieke plekken kunnen komen. Gelukkig had ik na de introductie van het schip, wat al 30 van de 60 seconden in beslag had genomen, nog voldoende tijd om Jen te introduceren door mijn hand niet op haar schouder te leggen, maar op haar hoofd, half in haar gezicht zodat ze wegdook en ik haar nog een klap op het hoofd moest geven. Na deze iets knullige, doch liefdevolle introductie van Jen besloot ik het verhaal met de aankondiging dat dit niet mijn eerste ronde zou worden, maar dat ik als kind al eens in deze periode heb gezeten. Later bleek dat we toch enige indruk hadden achtergelaten.
Met de afloop van de plenaire introductie, begon dan het programma van de dag, maar voor we daarmee konden beginnen moest er op de trap van de bibliotheek een foto genomen worden van de hele groep. Er waren daar een paar deelnemers die per sé niet op de foto wilden. Dit blijkt elk jaar wel te gebeuren, aangezien die nog niet aan de baas hadden aangekondigd dat het er per zomer ’24 op zou zitten..
Terwijl wij onszelf in positie brachten voor de foto, stond daar opeens de overbuurman van mijn ouderlijk huis voor mijn neus. Bij ons beiden enige verwarring en vertraging in de herkenning, maar hij was het toch echt. Onze buurman werkt al zolang ik mij kan heugen als havenarts van de Port of Amsterdam en bedient bovendien elke 1,5 maand een week de telefoon van de radio medische dienst. Daarbij begeleidt hij medische ingrepen van zeevarenden óp zee, als die bijvoorbeeld zich hebben opengehaald en dichtgenaaid moeten worden, maar de medische kennis aan boord ontoereikend is. Met een foto en nogal rechttoe rechtaan instructies is menig schipper door zijn aanwijzingen weer terug aan wal gekomen.
Vandaag, en al jaren zo blijkt later, staat hij opde Vertrekkersdag van de Toerzeilers om aanstormend zeetalent te wijzen op de benodigdheden en verwachtingen van medische zaken op zee. Jen bezocht deze workshop, die geopend werd met de vraag of we inderdaad nog geen lunch hadden gehad, want de volgende foto’s vallen bij sommigen wat zwaar op de maag. De ongecensureerde beelden van afgehakte duimen, open hoofden en provisorische hechtingen lieten weinig voor de verbeelding over. Verder scheen de sessie vooral gemoedelijk te zijn, maar wel zeker nuttig. Aangezien wij beiden alleen een kleine vooropleiding in farma en biochemie hebben, zijn de praktische zaken van het opkalevateren van het menselijk lichaam ons niet echt toebedeeld. Het enige wat ik nog goed kan herinneren, is hoe ik vlak na het aantreden als bestuur bij onze studievereniging een BHV cursus moest volgen en leerde hoe je dronken studenten in de stabiele zijligging moest leggen..
Later op de dag hebben we nog een uitnodiging gekregen om, net als mijn ouders destijds, aan de keukentafel bij de buren een aardappel te komen hechten en nog een kleine privé cursus te volgen. Die zullen we binnenkort maar even inplannen, zodat ik Jen ook kan verzorgen en niet alleen andersom.
In een andere zaal vond op dat zelfde moment de workshop communicatie op zee plaats. Welke middelen zijn daar voor en wat is nou écht noodzakelijk. Ook hier bleek weer dat zoveel schippers zoveel meningen hebben, al was de sfeer heel gemoedelijk. Het assortiment aan beschikbare middelen is tegenwoordig zo toereikend dat de vraag meer is of je zoekt naar Kilobytes, Megabytes, of Gigabytes. Het door Elon Musk ontwikkelde Starlink netwerk was hot topic. Goedkoop breedband internet over de hele wereld. Netflixen midden op de oceaan en menig reddingsoperatie die binnen een paar uur was opgelost door de heldere communicatiemogelijkheden. Het klinkt als een no-brainer ten opzichte van de concurrentie. Daarentegen strookt het ook een beetje tegen de romantiek van het zeilen in. In hoeverre ben je nou nog echt op zee, als je met één been aan wal kan blijven staan?
Ik ben er zelf nog niet helemaal over uit wat nou wenselijk is. Als ik nog een paar maandjes vanuit Noord-Spanje wil gaan werken, is het eigenlijk de beste optie ten opzichte van WiFi zoeken in cafeetjes en afhankelijk zijn van 4G en 5G verbindingen. We kunnen er altijd nog voor kiezen om een NetNanny te installeren, of enkel tot specifieke applicaties internet toegang te verschaffen. Er zijn meerdere wegen naar een stille oversteek..
Naast het Starlink bestaat er nog altijd het analoge SSB, wat vooral door liefhebbers en radioamateurs nog gebruikt wordt. Meer om de hobby dan als echt communicatiemiddel. De snelheden zijn dusdanig langzaam en afhankelijk van het weer, dat het – voor aanschafprijs die er bij hoort – eigenlijk niet echt een interessante keuze is voor de praktiserende zeiler, maar des te meer voor de romanticus.
Tenslotte heb je voor het binnenhalen van weerdata en het versturen van berichten naar het thuisfront nog Iridium. Dat was tot voor kort het meest gebruikte middel. De kosten zijn vergelijkbaar als Starlink, maar de snelheden zijn er een fractie van. Het enige wat de ‘Iridium Go!’ als grote voordeel heeft, is dat het apparaatje mobiel is. Mocht je dus onverhoopt in een situatie komen dat je in je bijboot, of reddingsvlot moet stappen midden op zee, dan behoudt je de mogelijkheid om via de Go! te communiceren. Het minst romantisch, niet het meest praktisch, wel het meest veilig… Gelukkig hebben we nog even om te kiezen.
Na het afsluiten van de eerste workshops kwamen wij voor een kopje koffie weer samen in de kantine en bespraken onze bevindingen. Aangezien wij eigenlijk altijd alles samen doen, hadden we elkaar dit keer heel veel te vertellen over wat we allemaal hadden meegemaakt. Terwijl wij dus druk in gesprek waren werden we alweer gesommeerd voor het volgende onderdeel: Het Droomverhaal.
In dit geval het verhaal van de Zouterik, die van plan was met het gezin twee jaar te gaan zeilen, maar strandde in de pacific die door Covid op slot ging. Uiteindelijk heeft hun omzwerving 4 jaar geduurd, inclusief het prachtige (niet geplande) Alaska en Canada. Toen daar de foto’s van voorbij kwamen moesten Jen en ik even slikken en moesten we aan elkaar bekennen dat dat onze volgende bestemming wordt – mits deze eerste succesvol blijkt. Intussen leest Jen driftig het boek dat de familie van de Zouterik na afloop van hun reis schreef. Mijn vader is tot de conclusie gekomen dat het een bijzonder fenomeen is: Er gaan elk jaar tientallen schepen weg (en er komen er dus ook tientallen terug) met families, stellen of eenlingen. De boeken die je over deze reizen vindt zijn echter bijna uitsluitend over varende gezinnen. Wellicht dat die wat meer te etaleren hebben?
De tweede serie workshops waren voor ons beiden enerverend. Jen sloot zich, wederom geheel volgens klassieke verdeling, aan bij de dames om te praten over proviandering, terwijl ik met de mannen ging praten over diesel, motoren en technische uitdagingen op zee. In beide gevallen kregen de afgereisde workshop-gevers niet heel veel in de pap te brokkelen bij alle aanstormende zeetalenten. In de workshop proviandering ontstonden kattige discussies over hoe je wel en niet iets kunt afwegen op zee, of je een wekpot op z’n kop moest zetten of niet en testten de dames elkaars ervaring met opmerkingen als ‘dan heb je zeker nog nooit buiten de haven hoeven koken!’. Hoewel het natuurlijk volstrekt te verwachten is dat een groep vol scheepskeukenprinsessen die meestal al decennia hun eigen domein met zelfbedachte trucjes ‘hellingsproof’ hebben gemaakt, zich in overtreffende trap willen bewijzen, had Jen dat niet helemaal zien aankomen. Voor haar was het desalniettemin een waardevolle discussie, want zij heeft besloten onze kombuis grondig te willen her-inrichten en kon alle handige adviezen gewoon ter harte nemen.
In het hanenhok over motoren was het niet veel beter. Ik had mij erg verheugd op deze workhop, aangezien het motorblok het enige punt van het schip is dat bij defecten héél kostbaar kan worden door eigen schuld. Ik ken de boekjes die bij onze Yanmar 3JH2-TE horen inmiddels van voor naar achteren, maar ik blijf ook nog met veel vraagtekens zitten.
Echter, nog voor de introductie van de workshop goed en wel was afgerond, barstte ‘De Dieseldiscussie’ los. Onder varenden (in Nederland) een veelbesproken onderwerp. Één van de oplossingen voor onze klimaatproblematiek is namelijk het aanlengen van echte diesel met allerlei biologische middelen om de emissies op papier wat te doen dalen. Deze zogenaamde ‘biodiesel’ komt intussen gewoon overal uit de pomp en heeft als grote nadeel dat deze minder lang houdbaar is en meer water bevat (wat weer leidt tot bacterievorming en blubber in je tank).
Er zijn naast de reguliere diesel nog GLT (Gas to liquid) wat als grote voordeel heeft dat het reukloos is en synthetische varianten die al dan niet duurder zijn. Je kunt er een boek over schrijven en dat is dus ook wat er in deze workshop gebeurde. Onze host trachtte nog een wending in te luiden door ons er op te wijzen dat deze discussie alleen relevant is voor mensen die binnen de EU blijven varen, want daarbuiten bestaat ‘biodiesel’ helemaal niet en is er gewoon alleen normale diesel. Dat mocht echter niet baten en alle kapiteins moesten even hun plasje doen over ‘hoe zij het zelf geregeld hadden en wat hun idee daar dan wel niet bij was’.
Zonder dus enige nieuwe kennis van reparaties op zee opgedaan te hebben, besloten wij de workshop, waarop ik onze host toch nog even aantikte met een vraag over onze keerkoppeling. De keerkoppeling is als het ware de versnellingsbak tussen het motorblok en de schroefas en die bepaalt of wij tijdens het varen op de motor voorwaarts, of achterwaarts bewegen. Aangezien die van ons hydraulisch werkt (op oliedruk), stopt de werking van de keerkoppeling op het moment dat de motor stopt met draaien en draait onze schroef dus tijdens het zeilen vrolijk mee. Ik heb stiekem nog de ambitie om daar eens een dynamo aan te hangen en te zien wat die oplevert, maar dat komt wel op een later moment. Volgens onze host was zeilen met een draaiende schroef een absolute no-go. Dat zou alles in je keerkoppeling onnodig heet maken en stukdraaien. Ik schrok daar nogal van en heb er een nachtje niet zo goed van kunnen slapen, maar ben er intussen achter dat ook de experts niet altijd experts zijn, al kunnen ze dat prachtig zo overbrengen. De handleiding van onze keerkoppeling heeft er een paragraaf over opgenomen en specificeert duidelijk dat er onder het zeilen geen problemen ontstaan als de schroef meedraait. Wij gaan hier dan ook maar af op de fabrikant en hoeven gelukkig geen rare capriolen uit te halen om de schroef onder het zeilen tot stilstand te brengen.
Al met al zijn we deze dag met minder zorgen uitgewandeld dan we in kwamen. We hebben nog wel lijstjes met zaken die we op orde moeten stellen, maar we bleven vooral over met het gevoel dat we best al goed op weg zijn.
Jen heeft intussen het boek dat werd verkocht van de Zouterik, die ruim 4 jaar onderweg waren, al uit. De verhalen en dromen komen ook bij haar al wat tot leven. Zo kabbelen wij voort en vinken wij elke zondag tijdens onze ‘bootmatinee’ elke week wat punten van de to-do lijst af.